11 december 2014 te Gent, Zebrastraat
De positie van de politie in de samenleving is de voorbij decennia onmiskenbaar veranderd. Naast het controlerende karakter, heeft de politie in toenemende mate een welzijsbevorderende functie gekregen. Dit betekent onder meer dat politie bewust in de ‘frontlinie’ staat en in direct contact komt met een diversiteit aan sociale problemen. De politie is aldus een feitelijke toegangspoort naar het sociaal werk, neemt daarbij een bemiddelende rol op tussen burgers en hulpverlenende instanties, of is soms zelfs feitelijk hulpverlener.
Het sociaal werk op haar beurt wordt in de aanpak van sociale problemen in toenemende mate aangesproken op haar controlerende functie. Haar emanciperende doelstellingen van werken aan welzijn komen in toenemende mate onder druk te staan. Het sociaal werk wordt als maar meer ingezet als instrument voor het werken aan veiligheid en leefbaarheid. Het vinden van een evenwicht tussen doelstelling van welzijn en veiligheid is echter niet evident.
Een belangrijk domein waar het zoeken naar een dergelijke evenwicht aan de orde is, zijn politionele interventies t.a.v. kinderen jongeren. De noodzaak om ‘sociale’ politie uit te bouwen, volgt uit de bijzondere maatschappelijke status van jongeren en kinderen. Ondanks de uitbouw van jeugdunits binnen de politie de voorbije decennia en de kwantitatieve toename van kinderen en jongeren gevat door deze diensten hebben we amper zicht op de werking van deze diensten en meer algemeen op interventies van de sociale politie.
Hoe ‘sociaal’ zijn de tussenkomsten van de politie ten aanzien van minderjarigen? Op welke wijze maken sociaal werkers en politieagenten gebruik van hun handelingsruimte in de samenwerking? Hoe krijgt vrijwilligheid en dwang vorm tussen sociaal werk en politie? Is het sociaal werk te vaak ontoegankelijk waardoor kinderen en jongeren soms noodgedwongen op de politie zijn aangewezen? Verglijdt de politie niet te veel naar een vorm van “soft policing” en het sociaal werk naar een “gewapende zorg”? En wat denken kinderen en jongeren daar zelf van?
De HoGent rondde dit jaar een studie af over de samenwerking tussen sociaal werk en politie m.b.t. tussenkomsten ten aanzien van minderjarigen. Als uitkomst werd een praktijkboek geschreven dat de resultaten van dit onderzoek toegankelijk wil maken voor een breed publiek. Het doel is om discussies in de dagelijkse praktijk zichtbaar te maken, handvatten aan te reiken en vooral inspiratie te bieden waardoor een wederzijds inzicht tussen politie en sociaal werk wordt versterkt. Tijdens deze studiedag worden de belangrijkste resultaten van dit onderzoek voorgesteld en verder verdiept met het werkveld zowel vanuit het sociaal werk als de politie. Er wordt ingegaan op een aantal thema’s uit het praktijkboek aan de hand van workshops, waardoor deze studiedag eveneens tot doel heeft ervaringen en inzichten uit te wisselen. De studiedag streeft er aldus naar te komen van een moeilijk ontmoeting tussen sociaal werk en politie tot een lerende ontmoeting tussen sociaal werk en politie.
De studiedag richt zich tot praktijkwerken uit het werkveld sociaal werk en de politie, de jeugdzorg en jeugdhulpverlening, onderzoekers, beleidswerkers en studenten. De inschrijving bedraagt 95 euro voor professionals en 30 euro voor studenten. In de prijs zit het praktijkboek, congresmap, koffiepauzes en lunch inbegrepen.
9u-9u30: Onthaal
9u30-9u45:
9u45-10u45: Voorstelling resultaten door Tijs Van Steenberghe, HoGent
10u45-11u15: PAUZE
11u15-12u30: Plenair debat o.l.v. de dagvoorzitter met:
12u30-13u30: LUNCH
13u30-14u30: Parallelle Workshops:
14u30-14u45: PAUZE
14u45-15u45: Parallelle Workshops:
15u45-16u15: Boekvoorstelling door Griet Verschelden, vakgroepvoorzitter sociaal werk, HoGent
16u15-17u15: Receptie
Workshop 1: “Hetzelfde zien maar anders kijken?” Handelingsruimte bij politie en sociaal werk.
Professionals op het terrein leggen verschillende accenten in wat zij zien als het probleem. Problemen worden als het ware ‘gelezen’ door professionals en dat is mede bepalend voor de aard van de oplossingen die bedacht/gekozen worden en mogelijk zijn. Beschikken politie en sociaal werk over handelingsruimte en zo ja, wordt deze ruimte erkend? Hoe uit deze handelingsruimte zich in concrete praktijken ten aanzien van jongeren. Welke gelijkenissen en verschillen duiken op in de praktijken van politie en sociaal werk? Maakt deze vorm van handelingsruimte een ontmoeting tussen politie en sociaal werk mogelijk?
Workshop 2: “Eilanden van welzijn en meren van veiligheid?” Over toegankelijkheid van politie en sociaal werk.
Discussies over de toegankelijkheid van het sociaal werk en politie zijn onlosmakelijk verbonden met gewijzigde posities van politie en sociaal werk in de samenleving. Hoewel ze sterk met elkaar te maken krijgen, is er weinig wederzijdse kennis over elkaars praktijken, grenzen en mogelijkheden. Wel duidelijk is de sterke eerstelijnsfunctie van politie. Ze is open vierentwintig op zeven en komt in contact met een diversiteit aan sociale problemen, ook in die momenten dat er geen sociaal werk aanwezig is. Wat kan daar de rol zijn van politie? Neemt politie noodgedwongen een sociaal werk rol omdat het sociaal werk afwezig is? Tegelijk is de politie een toegangspoort tot het sociaal werk, waar vaak ook een samenwerking uit voortvloeit. Het belang van samenwerking wordt erkend, maar waartoe dient die samenwerking?
Workshop 3: “De dwang van vrijwilligheid.” Vragen staat vrij, weigeren niet.
Zowel in het werk van politie als van sociaal werk wordt zoveel mogelijk aangestuurd op vrijwillige medewerking van jongeren en hun ouders. Motivatie en medewerking worden daarbij als belangrijke elementen naar voor geschoven en gemotiveerde cliënten worden als ‘goede’ cliënten gezien. Waar komt deze opvatting over vrijwilligheid echter vandaan? Is de verwachting naar medewerking en vrijwilligheid terecht of is vrijwilligheid eerder een fictie? Wordt vrijwilligheid als verwachting geen zeer dwingend concept?
Workshop 4: “Politie uw vriend, maar niet de mijne”. Het perspectief van kinderen en jongeren op politie en sociaal werk.
De houding die de (sociale) politie aanneemt bij interventies maakt voor kinderen en jongeren een wezenlijk verschil. Hoe meer begrip en respect de jongere ervaart, hoe positiever de politietussenkomst wordt beoordeeld. Wanneer de jongere zich echter gekleineerd voelt en zijn verhaal onvoldoende kan brengen wordt dit vaak als (erg) negatief ervaren. Hoe kunnen rechten van kinderen en jongeren gegarandeerd worden in het werk van de sociale politie? En hoe kan respectvol worden omgegaan met ‘grensoverschrijdend gedrag’ van jongeren? Zijn politiemensen voldoende voorbereid voor het werken met kinderen en jongeren? En hoe kunnen stereotypen van jongeren t.a.v. de politie worden doorbroken?
+32 (0)476 20 29 40
Driekoningenplein 20
B-9820 Merelbeke
Meer dan 35 jaar samenwerking tussen academische wereld en veiligheidspraktijk!
©2015 - 2020 Centre for Policing and Security. Alle rechten voorbehouden.